In het kort
De fysiotherapeut geeft door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan het herstel
Zo nodig ook samen met fysiotherapeut kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
Zie video van de fysiotherapeut: is samenvatting van onderstaande
Neem met de fysiotherapeut door welke informatie zinvol is
Neem met de fysiotherapeut door wat bij u de oorzaak is van de heupgewrichtsklacht
Neem met de fysiotherapeut door welke verschijnselen bij u aanwezig zijn
Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling
Massage bovenbeen. Zie 'zelfmassage bovenbeen'. Zie bol.com: massage apparaten ( foamrol ) // massageolie. Zie 'oefeningen divers' op deze site en kijk bij massage knie en onderbeen. Neem met de fysiotherapeut door welke massagetechnieken voor u zinvol zijn
Virtueel bewegen. Zie bol.com: virtuele wandelingen // virtuele fietstochten // Wii // wii sports // wii tennis // wii dansen // wii fit
Meeste video's van onderstaande oefeningen van website 'rehab my patient'
Sport/werk specifieke training
De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u geschikt zijn
Matig bewijs dat oefentherapie effectief is in het verbeteren van fysiek functioneren (matig effect) en pijn (matig effect). Op basis van matig effect, beperkte neveneffecten, aangetoonde kosteneffectiviteit en hoge aanvaardbaarheid van oefentherapie is de werkgroep van mening dat oefentherapie toch aanbevolen kan worden
Frequentie: Dagelijks uitvoeren van oefeningen. Start met 1-2x per week begeleide oefentherapie, aangevuld met zelfstandig uitgevoerde oefeningen en bouw gedurende de behandelperiode de begeleiding af. Spierkrachttraining 2 x per week en aerobe oefeningen 5 x per week tenminste 30 minuten
Intensiteit: Zorg voor een geleidelijke opbouw in intensiteit gedurende het programma
Type: Kies zoveel mogelijk voor functionele training en ondersteun dit waar nodig met apparaten: Integreer activiteiten die in het dagelijkse leven van de patiënt belemmerd worden (bv. lopen, traplopen, gaan zitten en opstaan uit stoel) in de oefentherapie door (onderdelen van) deze activiteiten te oefenen.
Spierkrachttraining:
- Kies voor grote spiergroepen rondom het knie- en heupgewricht (met name knie extensoren, heupabductoren en knieflexoren)
- Oefeningen uitvoeren voor beide benen (zowel voor heup- als knieartrose, zowel voor unilaterale als bilaterale artrose).
- Kies oefeningen met eigen lichaamsgewicht en oefeningen met apparaten.
- Kies geen oefening met grote mechanische kniebelasting bij knieartrose (bv. ‘leg extension apparaat’).
Aerobe training: Kies voor activiteiten met relatief lage gewrichtsbelasting, zoals lopen, fietsen, zwemmen, roeien, cross-trainer.
Richt je binnen één behandelsessie primair op één type training (spierkracht- of aerobe training) voor een optimaal behandelresultaat. Zo nodig spierrekkingsoefeningen en balans- en/of coördinatie/neuromusculaire training geven als aanvulling op de oefentherapie.
Tijdsduur: Ongeveer 8 tot 12 weken, aangevuld met een of enkele follow-up sessies na afronding van deze behandelperiode (bv. 3 en 6 maanden a afloop van de behandelperiode), om therapietrouw te stimuleren. Stimuleer om na de behandelperiode zelfstandig te blijven oefenen
Spierkrachttraining: 60-80% van 1 repetition maximum (1RM) (≈BORG-score 14-17) (of 50-60% van 1RM (≈BORG- score 12-13) voor mensen die niet gewend zijn aan krachttraining) met 2-4 sets van 8-15 herhalingen met 30-60 sec. pauze tussen sets door.
Kies voor oefeningen van de grote spiergroepen rondom het knie- en heupgewricht (met name knie extensoren, heupabductoren en knieflexoren) en kies oefeningen voor beide benen (zowel voor heup- als knieartrose, zowel voor unilaterale als bilaterale artrose).
Kies zowel voor oefeningen met eigen lichaamsgewicht als oefeningen met apparaten.
Kies geen oefening met grote mechanische kniebelasting bij knieartrose (bv. ‘leg extension apparaat’).
Oefen bij voorkeur dagelijks maar minimaal 2x per week
Kies niet voor behandelingen dmv laser therapie, elektromagnetisch veld, continuous passive motion (CPM), TENS (TENS evt als ondersteuning behandeling), massagetherapie, passieve mobilisaties, shockwave, taping, thermotherapie, ultrageluid aan bij patiënten met heup- en/of knieartrose
Een man met knieklachten door een heupafwijking (2016).Conclusie: Knieklachten kunnen een uiting zijn van een heupaandoening. Daarom is het van belang bij patiënten met knieklachten die niet goed te duiden zijn, altijd de ipsilaterale heup te onderzoeken en daarbij te letten op beperkte of pijnlijke rotaties. Als de huisarts al in een vroeg stadium rekening houdt met eventuele betrokkenheid van het heupgewricht, kan dat de juiste diagnose aanzienlijk versnellen en onnodig aanvullend onderzoek voorkomen. Men moet er rekening mee houden dat afwijkingen op röntgenfoto’s en MRI’s van de knie niet altijd de verklaring van de klachten zijn
Nederlands Tijdschrift voor geneeeskunde: Heupartrose, nepbehandeling gelijk aan fysiotherapie (2014). Bennell KL, Egerton T, Martin J, Abbott H, Metcalf B, McManus F, et al. Effect of physical therapy on pain and function in patients with hip osteoarthritis. A randomized clinical trial. JAMA. 2014;311:1987-97. Medline
Waarom dit onderzoek? Patiënten met artrose van de heup worden vaak verwezen voor fysiotherapie, maar voor deze behandeling is slechts beperkt wetenschappelijk bewijs.
Onderzoeksvraag: Heeft fysiotherapie een positief effect op pijn en functiebeperking bij patiënten met heupartrose vergeleken met een controlegroep die ‘schijnfysiotherapie’ krijgt?
Hoe werd dit onderzocht? In een gerandomiseerde placebogecontroleerde trial werden 102 patiënten met heupartrose en een pijnscore van > 40/100 verdeeld over 2 groepen: (a) manuele therapie inclusief thuisoefeningen; en (b) niet-werkend ultrageluid en een gel zonder werkzaam bestanddeel. Patiënten ondergingen 10 behandelingen gedurende 3 maanden. Vervolgens continueerden zij thuis nog gedurende een half jaar de oefeningen of de gel. De belangrijkste uitkomstmaten waren pijn en de mate van bewegingsbeperking na 3 maanden. De onderzoekers keken onder andere ook naar verbetering in deze scores na 9 maanden.
Belangrijkste resultaten: In de actieve groep was de pijnscore bij start 58,8/100 en deze verminderde na 3 maanden naar 40,1. In de groep die schijnbehandeling kreeg was de pijnscore bij start 58,0 en na 3 maanden 35,2, een gemiddeld, maar niet significant verschil van 6,9 in het voordeel van de schijnbehandeling. Ook na 9 maanden was dit verschil niet significant. De onderzoekers vonden ook geen significant verschil in de mate van bewegingsbeperking tussen beide groepen.
Consequenties voor de praktijk: Het is zeer goed voorstelbaar dat contact met een hulpverlener al therapeutisch werkt, onafhankelijk van wat hij of zij doet. Volgens de onderzoekers gaven eerdere trials waarin fysiotherapie werd vergeleken met niets doen tegengestelde resultaten. Uit dit onderzoek kunnen we in ieder geval concluderen dat het niet uitmaakt of u fysiotherapie of een nepbehandeling adviseert. Mogelijk is de keuze op basis van kosten dan snel gemaakt.