Banden e.a structuren: Verzwikking sleutelbeengewricht thv schouder

Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn. 

IMG 20200310 142735

  • Zie boven afbeelding voorzijde rechter schouder, in rood bandjes (ligament) rond het AC gewricht die betrokken zijn bij een luxatie
In het kort
  • Andere benaming: Verstuiking of verzwikking of luxatie thv het AC gewricht
  • De schoudergordel wordt gevormd door de bovenarm, het schouderblad en het sleutelbeen. Deze botdelen vormen de volgende gewrichten: het schoudergewricht, het AC gewricht en het SC gewricht. Zie boven afbeelding en zie video op website 'Blausen': anatomie van het schoudergewricht
  • Bij een verzwikking vind er een zijwaartse en/of een draaibeweging plaats in het AC gewricht
  • Oorzaak kan een trauma zijn of een verdraaiing door een onverwachtse beweging
  • De banden rond het AC gewricht rekken dan uit of scheuren in
  • Ook het kraakbeen, pezen of bot kunnen aangedaan zijn
  • U heeft pijn en het  AC gewricht wordt dik. Koelen is dan een optie
  • Probeer na ongeveer een half uur of bewegen weer gaat.
  • Een röntgenfoto kan nodig zijn om te kijken of er sprake is van een botbreuk
  • Een verzwikking van een AC gewricht geneest meestal vanzelf.
  • Tape of een brace of een mitella kan ondersteuning bieden
  • Is de pijn en zwelling na 1 week nog niet minder en is beweging niet mogelijk, laat dan uw huisarts of fysiotherapeut ernaar kijken.
  • Herstel kan lang duren: nog maanden na een verzwikking kan het gewricht dik en pijnlijk zijn na intensief belasten
  • De fysiotherapeut kan door uitleg, adviezen en oefeningen het herstel ondersteunen
Algemene informatie
  • Andere benaming:  of Acromio Claviculaire verzwikking of AC letsel of AC trauma of AC ontwrichting
  • Anatomie

    • De schoudergordel wordt gevormd door de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula) en het sleutelbeen (clavicula). Deze botdelen vormen de volgende gewrichten: het schoudergewricht, het AC gewricht en het SC gewricht.
    • Het schoudergewricht is samengesteld uit de kop van de bovenarm (caput humerale) en de kom van het schouderblad (cavitas glenoidale). De kraakbeenring (labrum) zit om de schouderkom. Om de uiteinden van de botten zit kraakbeen en rond het gewricht zit het gewrichtskapsel. Binnen het kapsel zit gewrichtsvocht. Langs  het schouder gewricht lopen banden, zenuwen en spieren (en pezen van spieren), met daartussen een slijmbeurs.
    • Het AC gewricht wordt gevormd door het buitenste uiteinde van het sleutelbeen (clavicula) en het dak van het schouderblad (acromion). Rond het AC gewricht lopen bandjes, lopen er spieren en ligt het gewrichtskapsel met gewrichtsvocht. In het AC gewricht zit een discus (of meniscus).
    • Zie afbeeldingen google: anatomie schouder.  Neem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
    • Zie aanvullende informatie 2.1.
    • Zie video op website 'Blausen': anatomie van het schoudergewricht en zie onder afbeelding uit video

SAM 4677

  • Mogelijke structuren die aangedaan zijn bij een verzwikking van het AC gewricht
    • Gewrichtsbanden. Gewrichtsbanden zijn stugge, stevige bandstructuren die zich rond het gewricht bevinden. Gewrichtsbanden kunnen opgerekt worden of kunnen afscheuren. De ernst van de luxatie kan worden ingedeeld in 3 types (De indeling volgens Tossy, zie afbeeldingen google: tossy indeling bij AC blessure)
      • Type 1 (= Tossy 1): Het betreft de mildste vorm en lijkt op een overrekking / verstuiking. Hierbij zijn de banden (ligamenten) niet afgescheurd. Er is geen verplaatsing van het sleutelbeen voelbaar.
      • Type 2 (= Tossy 2): Het betreft een gedeeltelijke ontwrichting van het sleutelbeen waarbij het kapsel en banden van het AC-gewricht volledig zijn afgescheurd (ruptuur). De banden die meer in het midden van het sleutelbeen vastzitten zijn oververrekt, maar niet
        afgescheurd. Er is een vergrote beweeglijkheid van het sleutelbeen mogelijk naar boven en beneden.
      • Type 3 (= Tossy 3): Alle banden tussen het schouderblad en het sleutelbeen zijn volledig afgescheurd (ruptuur). Er is een vergrote beweeglijkheid van het sleutelbeen in alle richtingen. Deze vorm van luxatie is duidelijk zichtbaar, en wanneer men het sleutelbeen naar beneden duwt veert deze weer terug: Het zogenaamde pianotoets-fenomeen..
    • Kleine bloedvaatjes en lymfevaatjes
    • Kraakbeen: zie AC gewrichtsklacht
    • Discus / meniscus: zie AC gewrichtsklacht
  • Bij gradatie 1 en 2 is pijnvrij bewegen binnen 4 weken meestal weer mogelijk.
  • Uit onderzoek blijkt niet dat bij type 3 opereren beter is dan niet opereren!
  • Soms is er sprake van een blijvende standsverandering van het AC gewricht bij niet opereren. Deze standsverandering is op de lange termijn meestal niet van invloed op pijn, functie en kracht van de schouder.
  • Soms blijven restklachten nog enkele maanden aanwezig
  • In het geval van een ernstig AC letsel blijft het gewricht min of meer instabiel waardoor er vaak een ‘pianotoetsfenomeen’ blijft bestaan
  • Voor uitgebreide en algemene informatie tav een luxatie/verzwikking, zie het onderwerp 'verzwikking' op deze site

Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is

  • Ongeluk: Val op schouder, elleboog of hand (bij gestrekte elleboog). Komt veel voor bij sporten (motorcross / fietsen / judo / rugby)
  • Klap of druk op sleutelbeen

Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door

  • Pijn boven op schouder en eventueel uitstraling naar nek en/of bovenarm bij
    • Op schouder liggen
    • Bewegen schouder naar voren
    • Beweging arm voor en achter lichaam langs eindstandig 
    • Druk op AC gewricht
    • Onverwachtse bewegingen
  • Uiteinde sleutelbeen iets verhoogd: soort ‘trapje’, altijd vergelijken met andere zijde (blijft na herstel blessure soms aanwezig)
  • Arm laten afhangen is pijnlijk (liefst willen ondersteunen)

Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door

  • Fysiotherapeut  
    • De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 4 - 6 behandelingen voldoende. Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van de aangedane structuren. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
      • Eerste behandeling: diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld, informatie over behandelplan en als er nog tijd is aantal adviezen oefeningen
      • Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden)
      • Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden
      • Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
      • Zo nodig nog 2 (of meer) behandelingen plannen. Eea is afhankelijk van uitgebreidheid blessure, het herstel, het oppakken adviezen en oefeningen en de  'bewegingsangst'
  • Huisarts
    • Medicatie: pijndemper en ontstekingsremmer
    • Doorverwijzen: onderzoek (röntgen, echo), fysiotherapeut, orthopeed als klachten aanhouden, regelmatig terugkomen, erger worden ondanks adviezen en oefeningen
  • Specialist, orthopeed
    • Onderzoek: MRI, röntgen, echo. Zie ook startpuntradiologie.nl: schouder
    • Operatie: eventueel bij afscheuring meerdere bandjes, als zwaar fysieke inspanning nodig is

Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling

  • In acute fase relatieve rust, daarna binnen mogelijkheden dagelijkse bewegingen  en als pijn minder wordt belasting opbouwen
  • Ontspannen / pijn verminderen
    • Ontlasten AC gewricht gedurende de eerste week door hand in zak te doen, arm in mitella of draagband of sling of brace. Zie 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij ondersteuning/arm. Zie bol.com: schouderbrace en  mitella
    • Losmaakoefeningen aangedane arm (eventueel met hulp andere arm) en nek om spieren en gewrichten van de nek en schouder los te houden, zie verder bij oefeningen
    • Ontspannen slaaphouding voor schouder: zijlig op niet aangedane schouder en aangedane arm op kussen. Zie video op website 'rehab my patient'

    • Warmtepakking op nek- en schouderspieren (met fysiotherapeut doornemen waar en wanneer). Zie bol.com: hot/coldpack
    • Zelfmassage van nek- en schouderspieren om spieren van de nek en schouder los te houden. Zie 'oefeningen divers' en kijk bij massage/schouder. Neem dit door met de eigen fysiotherapeut zodat die kan aangeven welke technieken voor u zinvol zijn, met welke intensiteit u het kan doen en waar u op moet letten. Zie massage wat u zelf kan doen: video massage nek en schouder. Zie bol.com: massage apparaten ( foamrol ) //  massageolie
    • Koude pakking op het AC gewricht (tien minuten, doekje tussen pakking en huid, twintig minuten tussen elke koudebehandeling). Belangrijkste doel van de koude is pijndemping (ook dus mogelijk om bij veel pijn gedurende de dagen na de verzwikking toe te passen). Zie bol.com: hot/coldpack

      • 9200000074651087
  • Bij geen operatie 
    • Volg protocol eigen specialist
    • Mogelijk protocol is
      • Week 1: mitella / draagband.
      • Week 1 en 2: bewegen binnen pijngrens
      • Week 3: bewegingen opbouwen naar uiterste bewegingen
  • Bij operatie 
    • Volg protocol eigen specialist, mogelijk protocol is:
    • Week 1, 2 en eventueel 3: mitella/draagband en losmaakoefeningen 
    • Week 3: bewegingen opbouwen naar uiterste bewegingen  
  • Bewegen/ sporten. Kijk samen met de fysiotherapeut welke activiteit nog mogelijk is

              

Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling

SAM 3669

  • Punten die van belang zijn bij deze klacht
    • Volg altijd het protocol van de eigen specialist / fysiotherapeut
    • Beweeg tot de pijn, eventuele pijn bespreken met de fysiotherapeut
    • Houdings- en gewrichtsoefeningen om schouder te stabiliseren in positie die minste klachten geeft
    • Starten met oefeningen onder de 90 graden bij veel pijn. Zie video’s op website ‘rehab my patient’: Oefeningen onder de 90 graden
    • Losmaakoefeningen: ontspannen spieren rond de schouder en het schoudergewricht. Kleine bewegingen ivm verzwikkingsgevaar!
    • Rekoefeningen zo nodig doen als sprake is van verkorte spieren na periode herstel
    • Kracht- en stabiliteitsoefeningen: trainen monnikskapspier (trapezius) en de deltavormigespier (deltoideus). Deze spieren kunnen bij grote belastingen het acromioclaviculaire gewricht ontlasten (zie aanvullende informatie 2.4 en 2.5).
    • Sport/ werk specifiekeoefeningen
      • Rustig opbouwen
      • Sporten zo mogelijk na 3 maanden. Eea afhankelijk van soort sport, niveau waarop sport gedaan wordt en uitgebreidheid klachten

SAM 3942

De fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen voor u zinvol zijn.

Websites
  1. Zie ook op deze site: Hulpmiddelen /  'verzwikking' 
2. Onderbouwing voor patiënt en fysiotherapeut
  1. Symposium Maatschap orthopedie in het nieuw (26-4-2012): ‘t AC: wat doe je ermee?
  2. Boek: Onderzoek en behandeling van sportblessures van de schouder H2 (Acromioclaviculaire luxatie type III.) en H3 (ligamentletsels van het acromioclaviculaire gewricht), Patty Joldersma, Olivier Verborgt
    • De ligamentaire stabiliteit wordt ondersteund door de m.deltoideus en de pars descendens van de m.trapezius, die voorkomen dat arm en scapula wegzakken ten opzichte van de clavicula. Bij een AC verzwikking is training van deze spieren dus van belang.
  3. Boek: Onderzoek en behandeling van de schouder, H8 (Persisterende pijn op de linkerschouder bij een 32-jarige vrouw na een val van de trap), Koos van Nugtere
    • De therapie is gebaseerd op de principes van weefselherstel na een letsel
      • Ontstekingsfase (meestal enkele dagen): relatieve rust
      • Proliferatiefase (meestal enkel weken): tijdens deze fase worden collageenvezels type III aangelegd: een soort snel produceerbaar reparatiecollageen: licht belastende bewegingen maken
      • Remodelleringsfase (meestal 3-4 weken na het letsel en kan langer dan een jaar duren. Tijdens deze fase wordt het reparatiecollageen (type III) geleidelijk weer omgezet in de sterke type I collageenvezels: belasting opvoeren op geleide van pijn. Trainen m. trapezius (pars descendens) en de m. deltoideus kunnen bij grote belastingen het acromioclaviculaire gewricht ontlasten
  4. Diagnose stellen / volgen herstel
    1. Schoudernetwerk Nederland: Aandoeningen sleutelbeen (fractuur/luxatie)
    2. Physiotutors, video's:
      1. AC joint pathology
      2. Schouderonderzoek
    3. Meetinstrumenten in de zorg:
      1. Shoulder Disability Questionnaire (SDQ)
      2. Shoulder Pain and Disability Index (SPADI)
      3. Shoulder Rating Questionnaire (SRQ)
      4. Simple Shoulder Test (SST)
  5. Google scholar: AC luxatie 
  6. NtvG
    1. Man met het pianotoetsfenomeen (2009). Diagnose: Acromioclaviculaire luxatie.
    2. Behandeling van acute acromioclaviculaire luxaties (1990). De auteurs besluiten dat bij de gemiddelde patiënt met een acromioclaviculaire luxatie conservatieve behandeling met een mitella superieur is, vergeleken met bloedige repositie en fixatie met een schroef van clavicula naar processus coracoideus. De enige subgroep, die volgens de auteurs door een operatie nog betere vooruitzichten heeft op een goed resultaat dan met conservatieve behandeling, zijn patiënten jonger dan 40 jaar met een ernstige dislocatie van meer dan twee centimeter.
  7. Oefeningen
    1. Sportspecifiekeoefeningen 
      • Bij sporten, sportspecifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte. Zware bovenhandse sportactiviteiten kunnen een een risico blijven. Neem uitgevoerde techniek zo nodig door met trainer of fysiotherapeut.
      • Oefenprogramma van fysiothetapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen in een fitnesscentrum
      • Juiste techniek: bijvoorbeeld bij gooien, smashen en zwemmen. De techniek moet erop gericht zijn de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
      • Mogelijk opbouw
        • Het ‘droog’ trainen: werpbeweging zonder racket of bal, eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
        • Het maken van een ‘ingooi’ met een bal zoals dit bij voetballen wordt gedaan, de ellebogen zijn daarbij naar voren gericht. Omdat beide handen de bal vasthouden wordt de worp boven het hoofd uitgevoerd.
        • Het gooien van een bal (of balletje) met één hand terwijl ook de andere hand de bal aanraakt tijdens de worp. De gooiende hand wordt hiermee gedwongen dicht bij het hoofd te blijven zodat de lastarm niet te groot wordt.
        • Tennisballetjes gooien tegen een muur, steeds lettend op de juiste techniek.
        • Uiteindelijk meer sportspecifiek trainen, indien van toepassing, met een racket. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig kan overgooien of -slaan. Heel geleidelijk de belasting op te voeren

Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is