Rug laag: Klacht

Onderstaande uitwerking is een aanvulling op de fysiotherapeutische behandeling: de fysiotherapeut (online of in de praktijk) geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen voor u van belang zijn
IMG 20200303 094923
  • Zie boven afbeelding wervelkolom
    • Boven is vooraanzicht, midden is achteraanzicht en onder is zijaanzicht
    • Thv zwart is sacrum, thv rood is lage rug (5 wervels), thv blauw is middenrug (12 wervels) en thv geel is nek (7 wervels)

In het kort

  • De lage rug bestaat uit vijf wervels. Zie afbeelding boven thv rood 
  • U heeft klachten (pijn en/of stijfheid en/of scheefstand...) thv de lage rug en eventueel ook in een been (pijn en/of tintelingen en/of doof gevoel en/of minder kracht....)
  • Onderzoek (zoals rontgen en MRI)  is zelden zinvol
  • Klachten verdwijnen meestal in 6-12 weken
  • Bij veel pijn kan een pijnstiller zinvol zijn om zo in beweging te kunnen blijven
  • Binnen mogelijkheden actief blijven (werken, huishouden...) in de periode van klachten is erg belangrijk voor herstel
  • Wandelen (vaak en kort) is de beste oefening
  • Af en toe pijn is vervelend, maar niet erg (= geen schade!!)
  • Een gezonde leefstijl en een goede conditie zijn van belang voor herstel en ter preventie
  • Stress en spanningen (werk/ thuis.....) kunnen herstel vertragen
  • De fysiotherapeut geeft zo nodig door uitleg, adviezen en oefeningen ondersteuning aan herstel

  • Zie video's
  • Zo nodig ook samen kijken welke hulpverlener zinvol is als klachten blijven of erger worden
  • Andere benaming: lage rugklacht of rugklacht laag of lumbale wervelkolom klachten (LWK)
  • Anatomie
    • De lage rug bestaat uit vijf wervels. De wervels worden bij elkaar gehouden door bandjes en spieren. Tussen elke wervel zit een tussenwervelschijf, zitten facetgewrichtjes en langs de wervels lopen zenuwen. In elk wervellichaam zit een opening (openingen vormen met elkaar het wervelkanaal) waardoor de zenuwstreng loopt.
    • Zie google afbeeldingen: Lage rugNeem met de fysiotherapeut door welke afbeeldingen voor u relevant zijn.
  •  Rugklachten kunnen onderverdeeld worden in (neem met de fysiotherapeut door waar bij u sprake van is)
    • Acute rugklacht of chronische rugklacht
      • Acute rugklacht (90 procent van de rugklachten): rugklacht die 6 tot 12 weken aanwezig is (gaat meestal zonder behandeling vanzelf over). (zie aanvullende informatie 1.1 en 1.2).
      • Chronische rugklacht: rugklacht die langer dan twaalf weken aanwezig is
    • A-specifieke rugklacht of specifieke rugklacht
      • A-specifieke rugklacht: Rugklacht zonder een intern duidelijke te achterhalen oorzaak (90% van rugklachten)
      • Specifieke rugklacht. 
        • Zenuwklacht: door druk op ischiadicuszenuw, uitstulping tussenwervel of door artrose (veroudering /versmalling tussenwervelschijf). Zie fysioexpert, video's: Wat is een hernia van de lage rug? Aanwezigheid hernia (uitstulping) zegt niet altijd iets over de ernst van de klachten: Soms grote uitstulping (of aantal uitstulpingen) en weinig klachten, soms kleine uitstulping en veel klachten en soms geeft een uitstulping geen klachten!!
        • Facetklachten: haakjes bij wervelgewrichtjes (artrose), zie website 'Fysioexpert': Wat gebeurd er met de ouder wordende wervelkolom? Mate van artrose op een röntgenfoto zegt niet altijd iets over de ernst van de klachten: Soms veel artrose en weinig klachten en soms weinig artrose en veel klachten.
        • Vernauwing wervelkanaal: Stenose
        • Botontkalking: Osteoporose
        • Botbreuk: Fractuur wervel
        • Afglijding wervel:Spondylolysis en spondylolisthesis
        • Tumor
  • Voor uitgebreide en algemene informatie over rugklachten, zie het onderwerp 'rugklacht' op deze site

Neem met de fysiotherapeut door welke informatie voor u zinvol is

Zie ook boven bij 'wat is een lage rugklacht'. Uit onderzoek komt dat er zelden een oorzaak te achterhalen is. Zie onder wat mogelijk kan meespelen bij het ontstaan. 

  • Onbekende oorzaak: Klachten in de lage rug zonder duidelijke oorzaak. Eigenlijk komt uit onderzoek dat men in 90 % van de rugklachten niet de oorzaak weet (zie aanvullende informatie 2.37.1). Zie onder voor mogelijke oorzaken
  • Fysieke oorzaken
    • Interne oorzaken
      • Anatonische oorzaak: Stand van de rug (S-bocht in wervelkolom, versterkte hol-ronde rug),  bekkenscheefstand, overbeweeglijkheid gewrichten (hypermobiliteit)
      • Onderliggende problematiek (artrose, hernia, osteoporose, bechterew,….)
      • Ongezonde leefstijl: roken, overgewicht
      • Slechte lichamelijke conditie (bijvoorbeeld weinig spierkracht of uithoudingsvermogen)
    • Externe oorzaken
      • Overbelasting: werk (te lang werken in eenzelfde houding, zwaar tillen), sporten
      • Ingezakte houding door slechte spierbalans, zware borsten, depressie, gewoonte etc.
      • Abrupte beweging / trauma (bijvoorbeeld door ongeluk of sport)
  • Sociale oorzaken
    • Lage sociaal economische klasse heeft meer kans op rugklachten
    • Werk
  • Psychische oorzaken
    • Vermoeidheid, spanningen, stress, depressie. Stress en spanningen kunnen direct of indirect (slecht slapen, meer spierspanningen) tot een rugblessure leiden en/of de klachten in stand houden.
  • Kans dat klacht chronisch wordt bij
    • Hoge pijngevoeligheid
    • Laag activiteiten niveau: slechte conditie
    • Snel denken dat pijn teken is van enstige klachten (= catastroferen). Hierdoor steeds minder gaan doen: pijn vermijden
    • Eerdere pijn periode en pijn periode met uitstralende pijn, meer kans op herhaling klachten 

Neem de oorzaak van uw klachten met de fysiotherapeut door

  • Pijn in de lage rug en/of middenrug
  • Tintelingen, zeurend gevoel in één of beide billen of benen
  • Stijve rug na rust: na zitten, opstaan na nacht slapen
  • Scheefstand van bekken (dwangstand in lage rug)
  • Bij chronische klachten:
    • Pijn op meerdere plaatsen in rug en benen
    • Uitgebreide klachten die niet echt te verklaren zijn

Neem de verschijnselen die bij u aanwezig zijn met de fysiotherapeut door

  • Fysiotherapeut
    • De eigen fysiotherapeut geeft aan welke informatie, adviezen en oefeningen zinvol zijn, zie verder. Meestal zijn 2 - 4 behandelingen voldoende. E.e.a is afhankelijk van het soort rugklacht (zie boven). Tijd is de belangrijkste factor bij herstel van de aangedane structuren. Fysiotherapie is van belang om de voorwaarden van het natuurlijke herstel te optimaliseren.
      • Eerste behandeling: diagnose stellen, uitleg klachtenbeeld (normaliseren!!, informatie over behandelplan en eerste adviezen (lifestyle!!)  plus oefeningen
      • Tweede behandeling: Oefeningen en adviezen doornemen (e.v.t een opname hiervan maken die thuis bekeken kan worden). Wandelen binnen mogelijkheden is de beste oefening bij lage rugklachten!
      • Behandeling 3: Oefeningen doornemen en kijken of ze goed uitgevoerd worden. Begeleiden,stimuleren en coachen zodat cliënt activief blijft (of wordt) ondanks de lage rugklachten.
      • Behandeling 4 enige tijd na behandeling 3: evalueren stand van zaken.
      • Zo nodig nog 2 (of meer: e.e.a afhankelijk van herstel, van het kunnen oppakken van de oefeningen, eventueel aanwezige 'beweegangst) behandelingen plannen
    • Bij hernia beeld richten op actief blijven op geleide van de pijn. Zie aanvullende informatie 2.18.2. 
    • Eventueel  (weinig wetenschappelijke onderbouwing voor!) manueletherapie of chiropraxie als klachten aanwezig blijven (zie 2.10.9 en 2.10.14 en 2.11.2 en 2.11.11 en 2.13.2)
  • Huisarts
    • Zie website 'Thuisarts': lage rugpijn (informatie en video) hernia in de rug
    • Medicatie: Doel van pijn medicatie is dat u in beweging kunt blijven, want dat is de beste prikkel tot herstel. Antibiotica kan effectief zijn bij chronische lage rugklachten (zie aanvullende informatie 2.12.3 en 2.9).
    • Doorverwijzen: onderzoek (röntgen) / fysiotherapeut / specialist als klachten ondanks de adviezen en oefeningen aanwezig blijven
      • Röntgenfoto is bij acute rugklachten (eerste 6 weken) en bij mensen onder de 50 jaar meestal niet zinvol. Bij chronische klachten wel een optie bij verdenking metastasen (tumor), osteoporose, stenose, fractuur of ernstige facetartrose. Zie aanvullende informatie 2.13.  
  • Mentale begeleiders, als stress/ spanningen meespelen bij de lage rugklachten
  • Specialist: orthopeed, neuroloog 
    • Onderzoek: röntgen (zie boven bij huisarts) / MRI (zie aanvullende informatie 2.6)
    • Injectie bij lage rugpijn werkt niet of nauwelijks (zie aanvullende informatie 2.8)
    • Operatie:
      • Bij een hernia beeld wordt een  operatie overwogen bij specifieke verschijnselen (niet meer kunnen plassen, spieruitval) of als er na ongeveer zes tot acht weken geen verbeteringen optreden of de klachten toenemen
      • Keuzehulp: hernia operatie of geen operatie
      • Opereren en conservatief beleid bij lage rughernia's geven na één jaar hetzelfde resultaat. Opereren leidt wel tot sneller herstel. Zie filmpje 'hernia, operatie of niet'
    • Website's: Zorg voor beweging (website van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging): Lage rug // hernia in de lage rug
  • Pijnpoli of begeleiding meerdere hulpverleners (bijvoorbeeld fysiotherapeut en psycholoog), programma pijnmanagement, als lage-rugklachten regelmatig in ernstige vorm voorkomen, lang aanhouden en het dagelijkse leven bepalen

Neem met de fysiotherapeut door welke hulpverleners een aanvulling kunnen zijn op de behandeling

  • Algemeen
    • In de richtlijn van lage rugklachten wordt aangegeven dat in de eerste zes weken bij een acute rugklacht alleen fysiotherapeutische begeleiding in de vorm van uitleg en adviezen  zinvol is. Uitzonderingen: Als er in de eerste drie weken geen toename is van activiteiten, bij bewegingsangst,  als de huisarts of fysiotherapeut inschat dat eerdere begeleiding zinvol is
    • Pijnstillers (b.v. paracetamol) kunnen ervoor zorgen dat u ondanks uw blessure in beweging kunt blijven en goed kunt slapen. Het in beweging blijven is essentieel voor het herstel. Angst voor de pijn en angst om te bewegen kunnen de duur van de klachten verlengen. Ga echter met pijnstillers niet te veel bewegen, anders hebt u meer pijn als de pijnstiller is uitgewerkt
    • Bedrust maximaal 2 dagen als bedrust de enige manier is waarop de de pijn onder controle gehouden kan worden, daarna op bed liggen afgebouwen
    • Beweeg zoveel mogelijk binnen de mogelijkheden, wandelen is 'de beste oefening' bij lage rugklachten.. Bewegen met iets pijn/napijn is niet erg: geeft geen beschadiging in rug!!
    • Opbouw van activiteiten, blijven werken of zo nodig hervatten van werkzaamheden (eventueel met tijdelijke aanpassing van werkzaamheden) bevordert het herstel.
    • Pijndagboek bijhouden (locatie pijn, hoeveel pijn op pijnschaal van 0-10, belastende activiteit gedaan ervoor, hoe lang hield pijn aan) als klachten lang aanhouden of regelmatig terugkomen en dit bespreken met fysiotherapeut of huisarts. Nadeel van pijndagboek bijhouden is dat er daardoor te veel aandacht komt op pijn!
    • Voorkom lang staan of zitten: beweeg af en toe en verander regelmatig van houding
    • Zoek bij hoesten of niezen steun met de handen om de beweging naar voren te kunnen opvangen of duw de rug tegen een deur of muur
    • Draag stevige schoenen (geen schoenen met hoge hakken) of draag schoenen met demping (bijvoorbeeld hardloopschoenen) om de schok van de stappen op te vangen
    • Neem een matras (hoeft niet duur te zijn!!) wat niet te zacht maar ook niet te hard is (= gemiddelde hardheid). Zie bol.com: matrassen. Zie aanvullende informatie 2.12.13. Gebruik zo nodig een kussen tussen de knieen in zijlig. Zie bol.com: Kussen tussen knieen
    • Wees alert in periodes van spanningen. Praat erover en kijk wat u eraan kunt doen
    • Neem door welke situaties overbelasting veroorzaken en kijk hoe dit voorkomen kan worden.
      • Zie 'Voorkom overbelasting, thuis en op werk' en klik op 'werk fysiek' en 'werk thuis'. In het algemeen geldt: Voorkom gelijktijdig bukken en draaien, houd de rug zoveel mogelijk recht, gebruik waar mogelijk steun met de hand, voorkom lang staan en zitten. Dagelijkse activiteiten met 'stabiele lage rug' (= lage rug in neutrale stand) uitvoeren. 
      • Zie 'Voorkom overbelasting, thuis en op werk'  en klik op 'bureauwerk'. Let op de houding bij werken achter de computer. Stel uw werkplek dagelijks correct in. Maak dit tot een vaste routine terwijl je ’s ochtends de computer opstart. 
  • Pijn verminderen / ontspannen
    • Een rug brace kan ondersteuning bieden bij lage-rug klachten: type brace en gebruik brace bespreken met de fysiotherapeut. Zie ook 'hulpmiddelen' op deze site en kijk bij 'ondersteuning'. Zie bol.com: brace lage rug. Zie ook aanvullende informatie 2.11.2 en 2.12.9 zie  video op website, rehab my patient'.
    • Door het 'uithangen' (aan bijvoorbeeld een rekstok) maakt u de lage ruggewrichtjes los en haalt u druk weg van de tussenwervelschijven in de lage rug.
    • Zoek samen met de fysiotherapeut welke houding of beweging de pijn verminderd (minder uitstraling, dus pijn meer centraal in rug), zodat daar gebruik van gemaakt kan worden. Ruglig met de onderbenen op een kussen of zijlig met de benen opgetrokken kan verlichting geven. Zie bol.com: Kussen tussen knieen
    • Ontspanningsoefeningen, Zie 'oefeningen divers' op deze site en kijk bij ontspanning. Neem met de fysiotherapeut door welke oefeningen bij u passen. Yoga kan van toegevoegde waarde zijn bij chronische lage rugpijn (zie aanvullende informatie 2.5). 
    • Door middel van warmte (pakking, douche, rode lamp) de spieren ontspannen. Zie bol.com: hot/coldpack
    • Losbewegen van de lage rug, zie verder bij losmaakoefeningen
    • Massage, zelf of met hulpmiddel. (foamroller). Zie bol.com: massage apparaten // foamrol // massageolie // Zie 'oefeningen divers' op deze site en kijk bij massage / lage rug

9200000043024488

  • Neem met de fysiotherapeut door welke adviezen voor u zinvol zijn       

SAM 3813

  • Algemeen
    • Maak zo nodig gebruik van hulpmiddelen: Zie bol.com: Oefenmat
    • De oefeningen mogen iets pijn/napijn veroorzaken. Eventuele pijn doornemen met de fysiotherapeut
    • Als sprake is van chronische klachten, belasting rustig opbouwen: lage belasting spreiden over lange trainingstijd
    • Houdings- en gewrichtsgevoeloefeningen
    • Losmaakoefeningen bij pijn of stijfheid 
    • Rek-,kracht- en stabiliteitsoefeningen voor lage rug en benen
      • Vooral krachttraining van de diepe buik- en rugspieren (zie aanvullende informatie 2.18)
      • Core stability oefeningen:
        • Krachttraining in reëel perspectief zien: dus niet te zwaar maken!!, zie aanvullende informatie 2.37
    • Zenuwglijoefeningen als sprake is van klachten achterbeenzenuw (hernia)
    • Sport/werk specifiekeoefeningen: rustig opbouwen belasting
  • Meeste oefeningen komen van de website 'rehab my patient' tenzij anders vermeld.
  • Houdingsoefeningen
    1. Stand / zit: Lage rug tussen holle rug en bolle rug (= neutrale stand), beide benen belasten en bekken recht, knieën uit over strekking. 
    2. Zie video op 'beautygloss': Houding voorgoed veranderen door Cesar therapie
      1. Bewust worden van stand lage rug: buigen, strekken, zijwaarts bewegen, draaien
      2. Kleine en grote bewegingen maken in lage rug
      3. Houding handhaven met niet te veel spierspanning
  • Zenuw glijoefeningen: als sprake is van klachten achterbeenzenuw (hernia)
  • Sport/werk specifiekeoefeningen
    • Sport/ werk specifiek oefenprogramma maken: opbouwen in snelheid bewegingen en in zwaarte.
    • Oefenprogramma van fysiotherapeut ondersteunen met enkele keren in de week trainen (bijvoorbeeld in een fitnesscentrum of joggen)
    • Juiste techniek sport of werk doornemen met de sporttrainer of fysiotherapeut. De techniek moet erop gericht zijn de uiterste grens van de belastbaarheid te vermijden. In sommige gevallen kan dit ten koste gaan van de geleverde prestatie
      • Sport: Techniek van sport die gedaan wordt. Bijvoorbeeld service bij tennis bij schouderklachten
      • Werk: Bijvoorbeeld tiltechniek
    • Mogelijk opbouw
      • Het ‘droog’ trainen van activiteit: eerst voorzichtig in ‘slow motion’ en later, als het goed gaat, sneller. De uitvoering mag geen pijn doen.
      • Uiteindelijk meer sportspecifiek (of werkspecifiek) trainen. Men mag daarbij pas voluit gaan als men zonder enig probleem een tijdje rustig de betreffende activiteit/beweging kan doen. Heel geleidelijk de belasting op te voeren
  • Voor extra oefeningen en algemene informatie bij oefeningen

SAM 3818

  • De fysiotherapeut kan (als zowel de fysiotherapeut en de patiënt er achter staan!) een opname maken van de oefeningen die voor u van belang zijn (met telefoon van fysiotherapeut en mailen of met telefoon/ ipad van patiënt), zodat u thuis dit terug kan zien)
  • De fysiotherapeut geeft aan welke adviezen en oefening voor u zinvol zijn

  1. Websites
    1. Rugpijn-info, gemaakt in samenwerking met het KNGF: informatie en video
    2. Gezondheidsnet: 9 vragen over lage rugpijn / 16 vragen over rug hernia / video: MTD-operatie bij rughernia, hernia opereren met slechts een kleine incisie  / Injecties helpen pijn hernia verlichten (2015)
    3. Lage rugpijn app
    4. Nu.nl: 'Blijven bewegen en werken effectief bij lage rugpijn' (2018)
    5. Medicinfo: a-specifieke rugklachten / rugpijn bij schaatsen en skeeleren
    6. Fysioforum: Zoekresultaten bij 'lage rug'
    7. Alles over sport: Lage rug
  2. Onderbouwing
    1. Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF): richtlijn ' lage-rugpijn' / aanbevelingen
    2. Gezondheid en wetenschap: Helpt yoga bij chronische lagerugpijn? (2017)
      • Conclusie: Yoga heeft een matig gunstig effect op chronische lagerugpijn. Het is vergelijkbaar met het effect van andere oefenprogramma’s voor de rug (vb. rugschool) en iets beter dan helemaal geen oefeningen doen of enkel pijnstillende medicatie slikken. Bewegen binnen de pijngrenzen houdt de rug soepel.

      • Een patiënt met acute lage rugpijn die weinig hoopvol is over zijn herstel, heeft tweemaal zoveel kans dat zijn klachten chronisch worden als een patiënt die zulke negatieve verwachtingen niet heeft.
    3. Werken draagt bij aan herstel rug'. Chronische lage rugpijn hoeft niet blijvend te zijn, ontdekte promovendus Karin Verkerk van de afdeling (Sep 17, 2014
    4. Minerva, Tijdschrift voor Evidence Based Medicine.
        • Bij patiënten met ischias die volgens de gangbare normen dikwijls in aanmerking komen voor een heelkundige interventie, is een actieve, conservatieve behandeling effectief zowel op korte termijn (8 weken) als op lange termijn (1 jaar). We weten niet in welke mate de spontane, gunstige evolutie van de aandoening hierin een rol speelde. Het nut van een actieve, conservatieve behandeling moet nog duidelijker vergeleken worden met een heelkundige interventie
        • Deze RCT toont geen meerwaarde aan na drie maanden en na één jaar voor de uitkomst zelfgerapporteerde pijn bij volwassenen met chronische mechanische rugpijn voor één van de drie voorgestelde therapeutische programma’s (gesuperviseerde oefeningen door een kinesitherapeut, chiropraxie of oefentherapie thuis).
      1. NSAID’s voor lagerugpijn? (2008). Wat is de effectiviteit van COX-2-selectieve of niet-selectieve NSAID’s vergeleken onderling en met placebo of met andere behandelingen bij patiënten met acute of chronische lagerugpijn?
        • Deze systematische review met meta-analyse toont aan dat NSAID’s effectiever zijn dan placebo bij patiënten met acute of chronische lagerugpijn zonder ischias. De effectgrootte is echter beperkt, NSAID’s zijn niet effectiever dan andere pijnstillers en slechts weinig onderzoek vergelijkt NSAID’s met niet-medicamenteuze behandelingen bij lage rugpijn. We moeten het risico van ongewenste effecten met NSAID’s afwegen tegen dit beperkte voordeel.  
        • Deze studie toont aan dat men één jaar na een heelkundige of conservatieve behandeling voor ischias, met controle-MRI geen onderscheid kan maken tussen patiënten met een gunstige versus een ongunstige klinische evolutie. Een controle-MRI voor persisterende of recidiverende symptomen van ischias na behandeling zal het verdere behandelingsplan dus niet beïnvloeden.    
      2. Manuele therapie bij chronische lagerugpijn (2014). Wat is bij volwassen patiënten tussen 21 en 69 jaar met langer dan 3 maanden bestaande lagerugpijn het effect van manuele therapie en ultrasone therapie in vergelijking met sham manuele therapie en sham ultrasone therapie op pijnintensiteit?
        • Deze methodologisch correcte studie toont een beperkte klinische winst aan van manuele therapie versus sham manuele therapie bij patiënten met minstens 3 maanden durende lagerugpijn. Door de subjectieve rekrutering is de extrapoleerbaarheid van de resultaten echter beperkt. Ultrasone therapie was niet beter dan sham ultrasone therapie.
      3. Diclofenac en/of spinale manipulaties voor acute lagerugpijn (2008). Leidt het toevoegen van diclofenac en/of spinale manipulaties aan een eerstelijns behandeling (advies en paracetamol) tot een sneller herstel van acute lagerugpijn?
        • Deze studie toont aan dat, in vergelijking met placebo, patiënten met acute lage rugpijn niet sneller herstellen door het toevoegen van diclofenac en/of spinale manipulaties aan de aanbevolen eerstelijns behandeling (advies, geruststelling over de gunstige prognose, paracetamol).  
        • De resultaten van deze netwerk meta-analyse tonen aan dat discusheelkunde, epidurale injecties, niet-opioïde pijnstilling, intra-operatieve interventies, manipulatie en chemonucleolyse in vergelijking met andere behandelingen een gunstig effect hebben op globale verbetering bij de behandeling van ischias. Voor opioïde pijnstilling, bedrust, oefentherapie, percutane discectomie en tractie is er geen bewijs beschikbaar.
        • Voor de preventie van recidiverende lage rugpijn, beschikken we niet over bewijs dat oefeningen opgestart tijdens de acute episode nuttig zijn en over beperkt bewijs van het nut van oefeningen na de acute episode.  
        • Het dragen van een elastische rugband bij subacute lagerugpijn levert statistisch gezien wel winst op, maar de klinische relevantie is eerder bescheiden.
      4. Ischias: heelkunde versus verlengde conservatieve behandeling (2008). Wat is na één jaar het effect van operatief ingrijpen versus verlengde conservatieve behandeling bij patiënten met sinds zes weken bestaande ischiasklachten als gevolg van lumbale discus hernia.
        • Deze studie besluit dat er bij personen met ischias na één jaar geen verschil bestaat in pijn en functionaliteit tussen chirurgie en conservatieve behandeling. Patiënten met ischias zonder motorische uitval die niet kunnen omgaan met beenpijn, en de periode van pijn willen inkorten of het natuurlijke verloop naar herstel te traag vinden, kunnen kiezen voor chirurgie. Patiënten bij wie de pijn draaglijk is, kunnen afzien van chirurgie zonder de kans op volledig herstel na twaalf maanden te hypothekeren. Gezien beide strategieën na één jaar dezelfde uitkomst hebben blijft heelkunde een optie voor goed geïnformeerde patiënten
      5. Diclofenac en/of spinale manipulaties voor acute lagerugpijn (2008). Leidt het toevoegen van diclofenac en/of spinale manipulaties aan een eerstelijnsbehandeling (advies en paracetamol) tot een sneller herstel van acute lagerugpijn?
        • Deze studie toont aan dat, in vergelijking met placebo, patiënten met acute lagerugpijn niet sneller herstellen door het toevoegen van diclofenac en/of spinale manipulaties aan de aanbevolen eerstelijnsbehandeling (advies, geruststelling over de gunstige prognose, paracetamol).
        • Deze studie bij personen tussen 18 en 65 jaar met niet-radiculaire lagerugpijn zonder onderliggende pathologie, toont aan dat er na twaalf maanden geen klinisch relevant verschil is in verbetering van rugpijnbehandeling met ‘best care’, oefentherapie en manipulatieve therapie
      6. Hardheid van de matras en chronische rugpijn (2006). Wat is het effect van de hardheid van de matras op de klinische evolutie van patiënten met chronische aspecifieke lagerugpijn?
        • Deze studie toont aan dat bij patiënten met chronische aspecifieke lagerugpijn het gebruik van matrassen met een gemiddelde hardheid in vergelijking met zeer harde matrassen, een significante verbetering van de pijn (enkel bij slapen) en van de functionele beperkingen geeft. Het effect van dit type matras is echter niet geëvalueerd in vergelijking met andere interventies waarvoor een effect is aangetoond.
        • In vergelijking met gewone zorg kan een interventie waarbij ergonomische aspecten, gradueel opgebouwde activiteiten en cognitieve gedragselementen geïntegreerd worden, zorgen dat patiënten met chronische lage rugpijn sneller terug aan het werk kunnen en na twaalf maanden een betere functionele status hebben. Er is echter geen effect op de pijn.  
    5. Huisarts en wetenschap,
      1. Behandeling van acute aspecifieke lagerugpijn (2017). Conclusie: Er is onduidelijkheid over de optimale behandeling van acute aspecifieke lagerugpijn in de huisartsenpraktijk: onderzoeken naar de effectiviteit van paracetamol en NSAID’s leveren tegenstrijdige resultaten op. Gezien de gunstige prognose van acute aspecifieke lagerugpijn zou het ook kunnen dat patiënten goed herstellen van hun klachten met alleen geruststelling en advies.
      2. De geheimen van het lumbosacraal radiculair syndroom (2016). Conclusie: Bij drie van de vier patiënten gaan de klachten binnen twaalf weken vanzelf over. Daarom is een MRI-scan op korte termijn niet nodig. Het maakt voor de behandeling ook niet uit wat de scan laat zien, die behandeling is namelijk voor iedereen hetzelfde. Vaak is het onduidelijk of een gevonden afwijking wel de oorzaak is van de klachten en bovendien laat een scan ook bij gezonde mensen vaak afwijkingen zien.
      3. Paracetamol bij lagerugpijn (2017). Conclusie: Analgetica worden alleen aanbevolen ter ondersteuning van een activerende beleid. Omdat ook voor andere analgetica de werkzaamheid bij aspecifieke lagerugpijn niet overtuigend is aangetoond, is er bij keuze voor een analgeticum geen reden om af te wijken van de aanbevelingen in de NHG-Standaard Pijn. Daarbij blijft paracetamol dan ook de eerste keus. Het is natuurlijk wel goed om patiënten voor te lichten over de te verwachten effecten.
      4. Beeldvorming niet zinvol bij ouderen met acute lagerugpijn (2015). Conclusie: Volgens de NHG-Standaarden Aspecifieke lagerugpijn en Lumbosacraal radiculair syndroom is leeftijd > 50 jaar een alarmsignaal en daarmee een reden om sneller beeldvorming te verrichten. Dit onderzoek laat echter zien dat dit niet zinvol is in de acute fase (
      5. Bewegen bij acute lagerugpijn (2016). Conclusie: Dit onderzoek laat zien dat een verwijzing voor oefen- en manuele therapie niet bijdraagt aan sneller herstel of vermindering van pijn in de acute fase van aspecifieke lagerugpijn. De NHG-Standaard Aspecifieke lagerugpijn adviseert patiënten met deze klacht pas na 6 weken te verwijzen voor oefen- of manuele therapie. Dit onderzoek ondersteunt dat advies. Voorlichting en zo nodig pijnbestrijding zijn dus nog steeds de belangrijkste pijlers voor de behandeling van acute lagerugpijn
      6. Meteen fysio bij lage rugpijn (2014). Conclusie: Patiënten weten hun weg naar de fysiotherapeut zonder tussenkomst van de huisarts te vinden. Of behandeling door een fysiotherapeut echt nodig is bij kortdurende lage rugpijn, is natuurlijk de vraag. Daarnaast zijn de meeste behandelingen door de fysiotherapeut tegenwoordig voor eigen rekening van de patiënt. Anno 2014 zou het interessant zijn de baten en kosten van directe toegankelijkheid van de fysiotherapeut nogmaals te onderzoeken
      7. 'We moeten bij lumbosacraal radiculair syndroom niet zomaar gaan prikken’ (2016). Onderzoek tav radiculaire rugpijn omdat daarbij ontsteking een rol speelt en zo het effect van ontstekingsremmers testen. Vervolgens de effectiviteit van de corticosteroïdeninjecties op de ervaren pijn, de functionele beperkingen, de patiënttevredenheid, de kwaliteit van leven en de kosteneffectiviteit. Uitkomst: weliswaar een statistisch significant verschil in de ervaren pijn, maar dit was te klein om klinisch relevant te zijn voor de patiënt. Een belangrijk effect van de corticosteroïdeninjecties was dat de mensen uit de interventiegroep eerder weer aan het werk gingen. Onderzoeker: ‘De mensen die een injectie kregen maakten op alle fronten minder kosten, maar vooral was er bij hen sprake van minder werkverzuim en dat verschil was aanzienlijk. Hierdoor was er een forse kostenbesparing in de interventiegroep. We hebben erover gespeculeerd wat hiervan de oorzaak kan zijn geweest. Misschien was er ook hier sprake van een placebo-effect; er was nu immers een “echte” behandeling geweest. Maar we weten dat niet zeker, want we hebben het niet uitgezocht. Conclusie: corticosteroïdeninjecties adviseren? ‘Nee, het effect op de primaire uitkomstmaat is te klein om dergelijke invasieve ingrepen te overwegen
      8. Helpt voorlichting aan patiënten met lagerugpijn en kinesiofobie? (2009). De combinatie van acute lagerugpijn met kinesiofobie (bewegingsangst) is een risicofactor voor langdurig werkverzuim. Een fysiotherapeutische behandeling met een gedragsmatige component is dan ook populair. Of dit bij patiënten die vanwege lagerugpijn thuisblijven daadwerkelijk een positief effect heeft op het aantal dagen werkverzuim is daarom onderzocht door Godges et al.Conclusie: Al met al is de meerwaarde van voorlichting en training bij patiënten met lagerugpijn en kinesiofobie in dit onderzoek allerminst aangetoond. 
      9. Prognostische factoren bij een lumbosacraal radiculair syndroom (2010).Conclusie: Bij ons onderzoek ondergingen relatief weinig acute LRS-patiënten uit de eerste lijn een operatie, en hoe meer pijn er was op de baseline, hoe groter de kans op een operatie in de toekomst. Recidiverende klachten komen bij meer dan de helft van de patiënten met LRS voor. Zowel zwaar lichamelijk werk als beperkingen in het functioneren lijken gerelateerd te zijn met recidiverende en/of aanhoudende klachten. Dit betekent dat men bij de begeleiding van de acute LRS-patiënten aandacht moet besteden aan adequate pijnbestrijding en voorkoming van recidieven
      10. Direct naar fysio- of oefentherapeut voor lagerugpijn? (2017). Conclusie: Tussen 2013 en 2015 was er een duidelijke daling van het aandeel patiënten met lagerugpijn dat met een verwijzing van de huisarts bij fysio- en oefentherapeuten kwam. In huisartsenpraktijken was een lichte daling te zien in het jaarlijks aantal consulten voor lagerugpijn zonder uitstraling, maar niet voor lagerugpijn met uitstraling. Dit suggereert dat de directe toegang tot fysio- en oefentherapie een gering effect heeft gehad op het aantal huisartsconsulten voor lagerugpijn zonder uitstraling.
      11. Oefentherapie is effectief bij een lumbosacraal radiculair syndroom (2009). Coclusie: Het toevoegen van oefentherapie onder begeleiding van een fysiotherapeut aan de huisartsbehandeling is alleen effectief op langere termijn, op het door de patiënt ervaren herstel, ten opzichte van alleen huisartsbehandeling. Er is een indicatie dat fysiotherapie vooral effectief is bij patiënten met ernstige functieproblemen.
      12. Lage rugpijn: niet leren behandelen, maar begrijpen (2017).Wij concluderen dat er voor de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid bij chronische aspecifieke rugklachten meer behoefte is aan kennis over de etiologische en prognostische facetten van rugpijn. Uitkomsten hiervan dienen vervolgens de basis te zijn van interventieonderzoek. In de tussentijd blijven wij onze patiënten conform de huidige richtlijn motiveren actief te blijven, en proberen we ons te concentreren op ‘waarom’ het niet beter gaat, in plaats van op ‘hoe’ we het beter kunnen maken.
    6. Google scholar:
      1.  lage rugklacht
      2. Manuele therapie & lage rugklacht
    7. De Standaard: Waarom mannen hun portefeuille beter niet in hun achterzak steken (2016)
    8. Gezondheid.be: Neurochirurg:"Mensen met lage rugpijn kunnen beter werken dan thuis te zitten" (2016)
    9. Kiesbeter.nl:
      1. Lage rughernia //  Richtlijn lumbosacraal radiculair syndroom
        1. Conservatieve behandelingen
        2. Wat is de effectiviteit van fysiotherapie bij het lumbosacraal radiculair syndroom? Aanbeveling: Aanbevolen wordt om de patiënt te adviseren actief te blijven. Hierbij kan een fysiotherapeut of oefentherapeut een rol spelen.
        3. Wat is de effectiviteit van manipulatie bij het lumbosacraal radiculair syndroom? Aanbeveling: Manipulatie wordt niet standaard aanbevolen bij LRS. Er wordt aanbevolen verder onderzoek te verrichten naar de effectiviteit van manipulatie aangezien er bij een populatie van acute patiënten met LRS met een aangetoonde discusprotrusie positieve effecten zijn gevonden. 
      2. Wervelkolomgerelateerde pijnklachten van de lage rug
    10. Website van het Longfonds, video's: 'motivational interviewing'. Is hier beschreven voor COPD, maar kan toegepast worden voor alle klachtenbeelden waar gedragsverandering van belang is voor herstel. Motivational Interviewing (of motiverende gesprekstechnieken) is een gespreksmethode om tot gedragsverandering te komen. Vaak willen mensen met een (chronische) klacht wel iets veranderen, bijvoorbeeld hun voeding of beweegpatroon, maar lukt het niet. Met 'motivational interviewing' verandert de cliënt zijn gedrag zelf, vanuit de eigen motivatie, en niet vanuit een oplossing die door de zorgverlener wordt opgelegd. U geeft de cliënt meer verantwoordelijkheid over de eigen keuzes (= zelfmanagement).

    11. Mckenzie Exercises to Treat Back Pain (video, engelstalig)
    12. The effectiveness of the McKenzie method in addition to first-line care for acute low back pain: a randomized controlled trial (2010)
      • Conclusions: When added to the currently recommended first-line care of acute low back pain, a treatment programme based on the McKenzie method does not produce appreciable additional short-term improvements in pain, disability, function or global perceived effect. However, the McKenzie method seems to reduce health utilization although it does not reduce patient's risk of developing persistent symptoms.
    13. Klinisch relevante verbeteringen door Pilates oefeningen bij chronische lage rugpijn (2017)
    14. Medisch contact: ‘Stop medicalisering lagerugklachten’ (2018)
    15. Efficacy of classification-based cognitive functional therapy in patients with non-specific chronic low back pain: a randomized controlled trial (2013)
    16. What low back pain is and why we need to pay attention (2018)
    17. Secondary prevention of chronic musculoskeletal pain: a systematic review of clinical trials (2018)
    18. Effectiveness of the McKenzie Method (Mechanical Diagnosis and Therapy) for Treating Low Back Pain: Literature Review With Meta-analysis (2018)
      • Conclusion: There is moderate to high evidence that MDT is not superior than other rehabilitation interventions for reducing pain and disability in patients with acute LBP. In patients with chronic LBP, there is moderate to high evidence that MDT is superior to other rehabilitation interventions for reducing pain and disability; however, this depends on the type of intervention being compared to MDT.
    19. Fysiotherapeut Koos van Nugteren: ‘We zien nu ook al tieners met rugklachten’ (2017)
    20. Managing lowbackpain in rowers (2006)
    21. Best way to avoid back pain? Lift heavy things (2018)
    22. Running exercise strengthens the intervertebral disc (2017)
    23. Treatment of low back pain needs to change as evidence shows current methods are not reducing burden. Following a series of papers, published in The Lancet and featuring contributions from Professor Martin Underwood of Warwick Medical School, the NHS has published recommended changes to the treatment of low back pain.
    24. Diagnose stellen / volgen behandeling
      1. Physiotutors
        1.  Lage rug
        2. lumbale radiculopathie
        3. Lumbar Spine Instability
        4. Lumbar Movement Control Exercises | Motor Control Impairment
        5. Non-specific low back pain
      2. KNGF: Klinimetrie lage rugpijn
      3. Fysiostart: Diagnostische tests, lumbale en thoracale wervel kolom
      4. Meetinstrumenten bij lage rugklachten (zie ook 'meetinstrumenten in de zorg')
        1. Start back screening: Screening bij a-spec. rugklachten (spelem psych. factoren een rol bij klachten)
        2. EuroQol 5D (EQ-5D): Meten algemene gezondheid
        3. Numeric (pain) rating scale (NPRS / NRS): Meten pijn
        4. Patiënt Specifieke Klachten (PSK): Meten klachten bij activiteiten
        5. Quebec Back Pain Disability Scale (QBPDS): Meten klachten bij activiteiten
        6. Global Perceived Effect / Globaal ervaren effectscore (7-punt-schaal) (GPE / GEE): Meten herstel
        7. Fear-avoidance Beliefs Questionnaire (FABQ) // FABQw (werkschaal) // FABQa (activiteiten): Meten beweegangst

        8. Tampa schaal voor Kinesiofobie (TSK) //  Tampa schaal voor Kinesiofobie, 11-itemversie (TSK,11-ITEMVERSIE): Meten beweegangst
        9. Bij verdenking hernia
          1. Lumbosacraal radiculair syndroom onderzoek
          2. Active Straight Leg Raise Test (ASLRT)
    25. Roller massage decreases spinal excitability to the soleus. (2018)
    26. Behandeling lage rugpijn vaak nauwelijks effectief”. Veel behandelingen zijn niet of weinig effectief. Sterker nog; allerlei behandelingen maken het alleen maar erger (22/03/2018)
    27. A cross-sectional study of associations between kinesiophobia, pain, disability, and quality of life in patients with chronic low back pain (2018)
    28. Prof Peter O'Sullivan
      1. Back pain - separating fact from fiction - Prof Peter O'Sullivan (2015) 
      2. Core Stability (2012)
    29. Ineffective Treatment Often Prescribed For Lower Back Pain, Report Says (2018)
    30. Kiesbeter.nl: lage rugpijn / lage rug hernia
      • Met de patiënt met een lumbaal radiculair syndroom wordt besproken dat het beloop van de klachten, ook zonder interventies, bij de meerderheid van de patiënten op lange termijn gunstig zal zijn. Dit geldt vooral wanneer de klachten kort bestaan en/of er reeds spontaan enige verbetering is opgetreden. 
    31. MRI Findings of Disc Degeneration are More Prevalent in Adults with Low Back Pain than in Asymptomatic Controls: A Systematic Review and Meta-Analysis. (2015)
    32. CME online, fysiotherapie: 
      1. Lage rugpijn, diagnostiek en behandeling a.d.h.v. de indeling in subgroepen, Dr. Adri Apeldoorn (fysiotherapeut, manueel therapeut, epidemioloog)
      2. Lage rugklachten: bent u op de hoogte? Henri Kiers is (manueel) fysiotherapeut en bewegingswetenschapper. Hij is directeur van het Instituut voor Bewegingsstudies aan de Hogeschool Utrecht. Daarnaast is hij werkzaam als docent en onderzoeker. In november 2014 promoveerde hij op onderzoek naar ‘Proprioception and low back pain’ aan de Katholieke Universiteit Leuven. Henri Kiers is tevens voorzitter van de Stichting Keurmerk Fysiotherapie

Lage rug

Adviezen

Oefeningen

  • Houding 
    • Zit
    • Stand: Lage rug tussen holle rug en bolle rug (= neutrale stand), beide benen belasten en bekken recht, knieën uit over strekking.